Het unieke aan een Daglichtkas is dat het in staat is om het binnenkomende zonlicht om te zetten naar energie dat gebruikt wordt om het totale kascomplex te verwarmen. Vandaag de dag werpt de duurzame Daglichtkas voor Ter Laak zijn vruchten af. Het bedrijf bespaart niet alleen tot 50% energie, ook de plantkwaliteit is nóg beter dan voorheen.
Het principe van de Daglichtkas, dat 10 jaar geleden door Technokas en de Wageningen Universiteit is bedacht, is dat geen enkele zonnestraal verloren gaat. Het dek aan de zuidkant van de Daglichtkas bestaat uit speciale fresnel-lenzen. Hiermee wordt binnenkomend zonlicht gefocust op twee zwartgeverfde buizen onder het kasdek. Deze twee buizen bewegen precies mee met de stand van de zon, waardoor het water in de buizen wordt opgewarmd. Het warme water gaat vervolgens naar een bovengrondse buffer of wordt opslagen in de bodem, zodat het op een later moment gebruikt kan worden om de kas te verwarmen. Zo benut Ter Laak al het zonlicht dat via de kas binnenkomt.
Een complex project vraagt om goede samenwerking
De Phalaenopsis staat liever niet in direct zonlicht. Daarom leent dit gewas zich erg goed voor dit type kas. Het zonlicht dat de Phalaenopsis niet nodig heeft, wordt op deze manier immers toch efficiënt benut.
“In de zomermaanden valt het meeste zonlicht – zo’n 70% - op de zwarte leidingen en bereikt alleen de overige 30% het gewas,” vertelt Ewald de Koning, Manager Operations bij Ter Laak. Het systeem is daarentegen niet helemaal zonder risico: de hoeveelheid licht die de plant bereikt, mag niet te hoog worden. Met Priva PAR-sensoren en de Priva Connext procescomputer wordt dit continu gemeten. “Wanneer een PAR-sensor te veel licht meet in vergelijking met de instellingen, geeft het automatisch een seintje naar de computer die de vooraf ingestelde maatregelen uitvoert, zoals het sluiten van de schermen. Wij krijgen via de Priva Alarms App ook direct een melding op onze telefoon”, aldus Ewald. “Voor dit complexe project vonden wij in Stolze en Priva de juiste partners om met ons mee te denken over manieren waarop we het klimaat in de Daglichtkas zo goed mogelijk kunnen sturen.”