Nu de delen van de wereld afgesloten zijn, logistiek ontregeld, en sommige internationale handel stilvalt door de crisis, worden we gedwongen om na te denken over wat voorheen zo voor de hand lag en beseffen we steeds meer dat het importeren en exporteren van groeten, fruit en vlees niet vanzelfsprekend is als er een crisis als deze opduikt.
Het is in de huidige situatie nog steeds mogelijk om producten te importeren en exporteren, maar één ding is zeker: overheden, ondernemers, consumenten en telers hebben wel even in de rats gezeten. Want stel je voor dat voedsel niet meer non-stop verkrijgbaar is en de supermarkten het aanbod moeten afstemmen op wat er dat moment, lokaal te verkrijgen is. Wat dan? Nu we onszelf deze vragen stellen, zet je automatisch vraagtekens bij het huidige economische systeem. Is het eigenlijk wel zo logisch om boontjes naar Nederland te importeren, terwijl die in Nederland ook geteeld worden? En waarom houden we ons nog zo bezig met het veredelen van groenterassen die langer houdbaar zijn, als we tegenwoordig ook de technologische middelen hebben om jaarrond, op iedere plek in de wereld, onder alle weersomstandigheden te kunnen telen? Door deze crisis ontstaan er aan alle kanten openingen om ons huidige systeem radicaal te veranderen.
Lokale voedselproductie, minder druk op gezondheidszorg
Steeds meer overheden realiseren zich de noodzaak van lokale voedselproductie en hoe fout het af kan lopen als we afhankelijk zijn van voedsel van buitenaf. Er is de afgelopen jaren onvoldoende rekening gehouden met het produceren van gezond voedsel, dichtbij daar waar mensen wonen en daardoor is de huidige infrastructuur allesbehalve duurzaam. Om de voedselvoorziening te verduurzamen, moeten we overheden, burgemeesters, architecten, stedenbouwkundigen, ondernemers en particulieren inspireren om tot een vernieuwde denkwijze te komen. Een denkwijze waar bij de ontwikkeling van steden ruimte gecreëerd wordt voor voedselproductie voor de mensen in de stad. Het mes snijdt aan twee kanten: wanneer we voedselproductie meer en meer verduurzamen en mensen zo een gezonder eetpatroon krijgen, dan worden we sterker en minder vatbaar voor ziektes. En daarmee verlagen we de druk op de gezondheidszorg.